Een 49-jarige man uit Den Haag die verdacht wordt van moord op zijn vrouw, handelde uit bescherming van hun kind.
Dat zegt de advocaat van verdachte Abbas J., Kees van Oostveen. Het 4-jarige dochtertje van het stel zou door haar moeder stelselmatig zijn mishandeld.
De verdachte wilde die mishandeling stoppen. Het Openbaar Ministerie gelooft daar niets van. Het 38-jarige slachtoffer werd op 18 oktober vorig jaar gewurgd in haar huis aan de Vrederustlaan in Den Haag.
Ze overleed twee dagen later aan de gevolgen daarvan. Haar man belde zelf de politie. Hij werd gearresteerd. Woensdagochtend was de eerste inleidende zitting in de rechtszaak tegen de verdachte.
Advocaat Van Oostveen bepleitte dat de voorlopige hechtenis van zijn cliënt geschorst moet worden, omdat J. niet met een vooropgezet plan zou hebben gehandeld.
De verdachte heeft verklaard dat hij na de laatste mishandeling van zijn dochtertje wel de hele nacht heeft lopen piekeren, maar dat wil volgens de verdediging niet zeggen dat hij zeven uur lang de dood van zijn vrouw heeft beraamd.
‘Schokkend dat vrouw vermoorden enige optie was’
‘Cliënt was al een half jaar aan het piekeren hoe hij de mishandeling kon stoppen.’ Volgens Van Oostveen werd het dochtertje door haar moeder geknepen, geslagen en tussen deuren geklemd.
Vader J. wilde de kinderbescherming niet bellen, omdat hij bang was dat het meisje dan uit huis zou worden geplaatst.
Het Openbaar Ministerie gelooft niks van het verhaal over de mishandeling. ‘Er is geen enkel objectief bewijs voor, alleen het verhaal van de verdachte.
Volgens de huisarts zijn de blauwe plekken die het meisje had normaal voor een kind van vier’, aldus de officier van justitie.
Ze voegde toe: ‘Het is schokkend dat de kinderbescherming bellen kennelijk geen optie was, maar uw vrouw vermoorden wel.’ De officier verzette zich dan ook tegen voorlopige vrijlating van de verdachte.
Onduidelijk rapport
De rechtbank merkte op dat het psychologisch rapport over de verdachte vol tegenstrijdigheden en onduidelijkheden zit.
Ook blijkt de huisarts zijn conclusie over de blauwe plekken bij het dochtertje te hebben getrokken op basis van foto’s.
Hij heeft het kind niet zelf gezien. Verder is er onduidelijkheid over de vraag waarom de zus van de verdachte wel is gehoord en andere familieleden niet, omdat die emotioneel te betrokken zouden zijn. ‘Hoezo is de zus dat niet?’, vroeg de voorzitter zich af.
De rechtbank besloot dat de verdachte in voorlopige hechtenis blijft. Verder moeten de tegenstellingen uit het psychologisch onderzoek worden opgehelderd en moet de verdachte worden onderzocht door een psychiater. De zaak wordt voortgezet op 24 maart en zal inhoudelijk worden behandeld op 26 mei.