June (31): “Mijn moeder was voor haar werk een week in het buitenland toen ik bij mijn vader langsging. Ik had de dag ervoor zijn favoriete eten gemaakt, had veel over en wist dat ik hem daarmee blij zou maken.
Dus reed ik naar het huis van mijn ouders en belde aan, maar het duurde me te lang voordat hij opendeed. Ik ging zelf met mijn sleutel naar binnen.
Op heterdaad betrapt
‘Pap?’ Geen antwoord. Dat betekent meestal maar één ding: dan is hij aan zijn oldtimer aan het sleutelen in de schuur achter het huis. Die auto is zijn grote hobby, hij heeft ’m al zolang ik me kan herinneren. Ik liep naar buiten en zag de deur al openstaan. Toen ik erheen liep, hoorde ik gelach uit de schuur komen: of de radio of er was iemand binnen.
Ik keek voorzichtig naar binnen, klaar om ‘surprise!’ te roepen… zie ik daar serieus de buurvrouw half gedrapeerd over de motorkap van de auto liggen! Mijn vader erboven, hij was haar aan het zoenen. Néé! Ik geloofde mijn ogen niet! Je vader zo zien zoenen met een ander is al heel wat, met de buurvrouw is nog eens wat, maar dan ook nog eens óp die auto!
Als wij er vroeger bij in de buurt kwamen, was het al ‘pas op!’ of ‘voorzichtig!’. Dat ding is altijd heilig geweest. En nu lag mijn vader er bijna bovenop, met de buurvrouw! Ik kon me niet voorstellen dat het echt was wat ik zag, maar dat was het wel.
Ik ben omgedraaid en weggesneld, vol ongeloof. Hup auto in en wegwezen. Het eten heb ik op het aanrecht laten staan. Ik was helemaal verward op weg naar huis in de auto. Doe normaal! Ik dacht dat mijn ouders zo’n goed huwelijk hadden. Zo veel vragen schoten er door mijn hoofd, waar ik niks mee kon. Ik wist meteen al dat ik hem er niet mee zou confronteren. Dan had ik dat ter plekke moeten doen, maar zo ben ik niet.
‘Was het fijn met Marloes?’
Mijn vriend merkte meteen toen ik thuiskwam dat er iets speelde. Ik wilde dit niet delen, ik schaam me rot voor mijn pa! Toen hij later belde omdat hij het eten had gevonden, kwam ik amper uit mijn woorden. ‘Hoe komt dat hier nou terecht? Was je hier?’ vroeg hij. Ik zei dat ik dacht dat hij er niet was en ik het daarom in de keuken had achtergelaten.
Hij zei dat hij waarschijnlijk buiten was geweest. Ja, dat had ik gezien – en hoe! Had ik lef gehad, dan had ik gezegd: ‘Was het fijn met Loes?’ Maar ik durfde niet. Hij stond er geen seconde bij stil dat ik ze gezien kon hebben.
Zij hebben mij ook zeker niet gezien, want ze waren veel te druk met elkaar. Ik ben er nog steeds beroerd van en ik blijf het maar voor me zien. Ik twijfel nu wel of ik het aan mijn moeder moet vertellen of juist helemaal niks moet doen.”