Een 20-jarige hulpverlener heeft zich herhaaldelijk vergrepen aan een ernstig gehandicapte jongen tijdens het verschonen, kort nadat hij was begonnen met zijn baan in een zorginstelling. Het slachtoffer, een 19-jarige jongen met het mentale vermogen van een anderhalfjarige, werd misbruikt.
Tijdens een zitting bij de rechtbank sprak de moeder van het slachtoffer op indrukwekkende wijze over de impact van het misbruik op haar zoon en de rest van het gezin. Ze verklaarde: “In het begin dachten we dat hij een aardige jongen was die altijd klaarstond voor onze zoon en goed voor hem zorgde. De werkelijkheid was echter volkomen anders. Het is afschuwelijk en weerzinwekkend.”
Het misbruik vond plaats tussen maart en augustus van het vorige jaar in een zorginstelling van Elver in Didam. De dader, een inwoner van Wehl die net zijn mbo-opleiding gehandicaptenzorg had afgerond, heeft het slachtoffer vier of vijf keer misbruikt, meestal tijdens het verschonen, schrijft de Gelderlander.
In september besloot de verdachte zelf naar buiten te treden met het verhaal. Hij vertelde het eerst aan zijn ouders en huisarts, en later aan een vertrouwenspersoon op het werk. Tijdens de zitting betuigde hij herhaaldelijk spijt en verklaarde dat hij momenteel in behandeling is. Hij gaf aan dat hij al geruime tijd worstelt met zijn identiteit en seksualiteit, waardoor hij de grens ver heeft overschreden.
Vanwege het zeer kwetsbare slachtoffer in een zorginstelling, heeft de officier van justitie de zaak zeer serieus genomen. Hij pleit voor een strenge straf en wil een voorbeeld stellen, ondanks het blanco strafblad van de verdachte. Hoewel behandeling volgens hem belangrijk is, vindt hij dat er eerst een onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet volgen en niet slechts een taakstraf, al dan niet met een langdurige voorwaardelijke straf.
De officier eist een celstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar. Daarnaast wil hij dat er een beroepsverbod, een contact- en locatieverbod, reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling worden opgelegd.
De advocaat van de verdachte pleit ervoor om hem niet naar de gevangenis te sturen, onder andere omdat hij soms suïcidale gedachten heeft. De verdediging stelt voor om een werkstraf op te leggen en door te gaan met de behandeling. De rechtbank zal op 9 juni uitspraak doen in deze zaak.
