Ga jij de uitdaging aan om je kennis van verkeersregels flink te testen? Beeld je een drukke kruising in waar allerlei weggebruikers elkaar tegenkomen. Jouw missie is om te bepalen wie er wanneer mag doorrijden.
- Een witte auto bevindt zich op een hoofdweg en wil rechtuit.
- Tegenover de auto is er een voetganger die zich op het voetgangersoversteekplaats bevindt.
- Rechts naast de witte auto is er een scooter die dezelfde richting op wilt.
Nu is de grote vraag: Wie mag er als eerste, tweede en als laatste het kruispunt over? Puzzel het uit, denkend aan wie welk recht heeft en waarom.
Heb je jouw hersens laten kraken en ben je bij een antwoord gekomen? Vergeet niet alle regeltjes goed door te lopen!
Voor de echte wegennet-expert: hier komt de juiste volgorde volgens het boekje.
De voetganger mag als eerste. Die heeft immers altijd voorrang op het zebrapad. Wanneer de voetganger zijn stap op het zebrapad zet, dienen voertuigen te wachten en hem of haar veilig te laten passeren.
Daarna mag de witte auto zijn weg vervolgen. Deze wagen rijdt op een hoofdweg en krijgt dus voorrang op alle kruisend verkeer, inclusief scooters die bij een stopteken staan.
En tot slot steekt de scooter het kruispunt over. Aangezien deze wacht bij een stopstreep, moet hij voorrang geven aan al het overige verkeer, dat betekent zowel de voetgangers als de auto’s die op de doorgaande weg rijden.
Dit raadsel onderstreept het nut van het goed toepassen van verkeersregels, vooral op complexe kruispunten. Het bevordert niet alleen de veiligheid maar zorgt ook nog eens voor een vlotte doorstroom van iedereen op de weg. Vergeet nooit hoe belangrijk de zebrapad is en blijf alert op de regels voor voorrangswegen!
